'Everyone is Irish on March 17th'. Op 17 maart was het St. Patricksday en een week later begon de Easter Break. Mijn vriendje kwam langs in Dublin en ik maakte een roadtrip door Ierland met vier vrienden. Klik op 'Read more' voor de verhalen en de foto's.
'Everyone is Irish on
March 17th’. Dat is een leus die ik op heel wat posters, abri’s en spandoeken
voorbij heb zien komen. Op 17 maart was het St. Patricksday, de nationale
feestdag hier in Ierland. De reden voor dit niet al te bescheiden feest is de
herdenking van Sint-Patricius, de beschermheilige van Ierland. In werkelijkheid
komt het neer op je uitdossen met zoveel mogelijk groene accessoires en heel
veel bier drinken. Een soort Koninginnedag dus, maar dan in het groen.
De dag begon vroeg: om 9.00 hadden we met onze groep Erasmusstudenten
afgesproken bij de Luas stop in Tallaght. Om 10.00 stonden we met z’n allen in
de stad klaar voor de uitbundige parade. Daarna doken we de kroeg in en dronken
een biertje en nog een en nog een en nog een en toen… nog een. Het was een te
gekke dag en ook supertof om St. Patricksday een keertje mee te maken, maar
toch prefereer ik Koninginnedag (ofja, volgend jaar Koningsdag, hoe konings is
dat :-)). Ik ben dol op alle tweedehands markten en meestal is het weer een
stuk zonniger omdat het eind april valt. Ook zijn er overal in Nederland live
optredens wat het nog leuker maakt.
De dag na St. Patricksday hadden we lekker een dagje vrij om bij te
komen, wat ook wel nodig was. Daarna hadden we nog een weekje college en die
vrijdag kregen we vakantie voor maar liefst twee weken. Eindelijk, bezoek! Mijn
lieve vriend David kwam een week over naar Dublin om mij op te zoeken en om te
chillen. Kon ik hem eindelijk Dublin showen en hem de mensen laten leren kennen
over wie ik al die tijd sprak op Skype. Het was heerlijk om elkaar weer in real
life te zien, want op sommige momenten heb ik hem toch wel flink gemist. Bovendien is Skype echt crap en lelijk. Je
kunt elkaar zien en je kunt met elkaar praten, maar je kunt elkaar niet even
een knuffel of een kus geven.
Ik heb hem veel van Dublin kunnen laten zien deze week. We hebben de
Guinnes Storehouse bezocht (een soort pretpark, maar dan met het thema bier),
we zijn bij Trinity College geweest (de oudste universiteit van Ierland met
zeer imposante gebouwen), we hebben diverse musea bezocht, we hebben gechillt
in het St. Stephen’s Green park, lekker gegeten, biertjes gedronken en vooral
genoten. Op maandag zijn vertrokken we naar Galway, aan de westkust van
Ierland. We sliepen in een heerlijk hotel in het grootste bed wat ik ooit heb
gezien. Yay. De volgende dag bezochten we de Cliffs of Moher, de grootste
klipkusten van Europa waarbij je uitkeek over de Atlantische Oceaan. Het
hoogste punt van de klippen ligt op 214 meter hoogte. Wauw, wat was dit
fantastisch om te zien en een beetje eng ook wel. Het was best hoog. Het leek
eigenlijk net of je aan het einde van de wereld staat. Ik moest erg lachen om
de bordjes met teksten als ‘if you need help, please call us now’ die op het
hoogste punt hingen. Ik heb verder geen plannen om er een einde aan te maken,
maar mocht ik ooit suïcidale neigingen krijgen is dit wel een ideale plek ;-).
De week samen vloog natuurlijk als een trein en voordat we het wisten
was het alweer vrijdag en moest ik David weer naar het vliegveld brengen. Toen
hij door de gate liep kreeg ik wel even een kleine brok in mijn keel, maar ik
weet: nog twee maandjes to go en dan zijn we gewoon weer samen in Nijmegen.
De vier dagen die volgden waren erg rustig. Ik was veel thuis,
luisterde muziek, shopte wat, dronk hier en daar een biertje en schilderde eitjes voor Pasen.
Afgelopen woensdag was het dan zover. Onze roadtrip! Het idee van de
roadtrip bedachten we al een hele tijd geleden, namelijk de eerste week dat we
hier waren. Toen ik, Kirstin en onze Finse vriend Kristian in de bus van
Glendalough naar Dublin zaten werd dit masterplan gesmeed. We bedachten dat de
Easter Break perfect zou zijn voor een trip van vijf dagen. Onze huisgenoot
Elke en Kristian’s huisgenoot Alex sloten aan, we huurden een auto en we
bedachten een route door Ierland. Belfast, de Carrick-a-Rede Rope Bridge, de
Giants Causeway, Londonderry, Galway en het eiland Inishmore warden onze
bestemmingen. Vijf dagen, vier nachten, zes bestemmingen, één Duitser, één Fin,
één Oostenrijker en twee Nederlanders, weinig slaap en heel veel kilometers.
Even het profiel van mijn reisgenootjes.
DAY 1: BELFAST
Nadat we onze auto (een Volkswagen Passat,
vrij relaxt) opgehaald hadden op het vliegveld in Dublin kon de trip dan
eindelijk beginnen. De eerste bestemming: Belfast! Na slechts twee uurtjes in
de auto kwamen we aan in een zonovergoten Belfast. Wat we even vergeten waren
is dat Noord-Ierland tot Groot-Brittannië behoord en dat hier dus met ponden
betaald wordt. Een eerste koffie werd dus even uitgesteld. We sliepen in het
Lagan Backpackers hostel wat ik ten zeerste kan aanbevelen. Het hostel is
gezellig aangekleed, schoon, het personeel is heel erg vriendelijk, de mensen
in het hostel zijn leuk en de prijs is laag. We betaalden slechts 10 pond voor
een nacht + een compleet English Breakfast. In het hostel raakten we aan de
praat met de vijfentwintigjarige Australiër Nick. ‘Wat is je hometown?’ vroegen
we. ‘Nou ehh… Op dit moment eigenlijk ehm… nergens.’ Nick vertelde ons dat hij
al zijn bezittingen had verkocht en van dat geld al vijftien maanden non-stop
aan het reizen was. Afrika, Amerika, Europa… Waar was hij eigenlijk niet
geweest? Hoe cool is dat! Dat je gewoon al je spullen verkoopt en op de
bonnefooi gaat reizen. Fantastisch toch? Tijdens de conversatie was het hoog
tijd voor een quizje ‘wat vindt je van de wereld met Nick’. Beste feesten?
Amerika. Mooiste natuur? Noorwegen. Vriendelijkste mensen? Zweden. Lekkerste
eten? Turkije.
S’middags lunchten we bij ‘The Crown’, de beroemdste pub van Belfast.
Wat een prachtige pub! En het eten was heerlijk. En onze Finse vriend Kristian
had kreeg zelfs een knipoog van de barman. Ook al zat hij hier natuurlijk niet
op te wachten ;-). Later die middag gingen Alex, Kirstin, Kristian en Elke een
black cab tour doen. Dat wil zeggen dat je een tour door de stad krijgt in een
typisch Engelse taxi.
Hier had ik eigenlijk niet zo’n zin in. Het was zo’n lekker weer! Ik had echt
geen zin om weer in een auto te kruipen. Dus besloot ik de stad in m’n uppie met
de benenwagen te verkennen. Ik maakte foto’s van de stad, bezocht een museum,
chillde in de botanische rozentuin en sliep als een echte zwerver op een bankje
in het park in het zonnetje. Wat een topmiddag! En wat hadden we geluk met het
weer, heerlijk! Belfast is echt een geweldige stad. Ik weet niet, de sfeer die
er hangt, het heeft iets speciaals. De gebouwen zijn super mooi en de sfeer is
heel gemoedelijk. Het is natuurlijk ook een stad met heel veel geschiedenis wat
de stad ook wat meer ‘body’ geeft. Het was jammer dat we er maar zo kort waren,
dus ik wil zeker nog een keertje terug!
DAY 2: CARRICK-A-REDE
ROPE BRIDGE + THE GIANTS CAUSEWAY
Na een heerlijk nachtje vertoeven onder het genot van een heel koor aan
snurkers in ons hostel was er nog even tijd voor een Engels ontbijt. Hierna was
het alweer tijd om uit te checken in ons hostel en naar de Carrick-a-Rede Rope
Bridge te rijden. Wat hadden we weer een mazzel met het weer vandaag. De lucht
was stralend blauw, de zon scheen op onze bolletjes en de temperatuur was
lekker zacht met een graadje of 14.
De Carrick-a-Rede Rope Bridge is een nauw touwbruggetje van 20 meter
lang die het vasteland verbindt met het kleine eilandje Carrick Island. De
touwbrug hangt 30 meter hoog. Carrick Island is echt een mini eilandje waar
helemaal niks is. Je kunt er wel heerlijk in het zonnetje in de duinen liggen.
Daar hebben we natuurlijk ook maximaal gebruik van gemaakt. Op het eiland
meetten we ook met drie andere vrienden Emmanuel, Christine en Charlélie die op
hetzelfde moment als ons een roadtrip maakten, maar dan in precies
tegenovergestelde richting.
Nadat we afscheid hadden genomen van onze vrienden en na een kleine
picknick in de kattenbak van de auto gingen we op weg naar de Giants Causeway.
Voor degenen onder ons die nog nooit gehoord hebben van de Giants Causeway even
een Wikipedia-momentje. De Giants Causeway is een rotsformatie die bestaat uit
zo’n 40.000 zuilen. De rotsen zouden zijn ontstaan bij een vulkaanuitbarsting,
zo’n 60 miljoen jaar geleden. Daarnaast zijn er bij de Giants Causeway ook meer
dan genoeg bergen met duingras te vinden wat lekkerder ligt dan het lekkerste
hotelbed waar je ooit in lag. Kristian bleek sigaren bij zich te hebben en die
hebben we toen samen op de top van de berg in het duingras in het zonnetje opgerookt.
Niet dat ik van sigaren houd, maar het was toch wel even een koningsmomentje.
Sinds we de klok hier vorige week verzet hebben is het hier nu pas
donker om half 9. Het was nog een uurtje rijden naar Londonderry waar we
aankwamen aan wederom een superfijn hostel. Overigens hebben we alle hostels
niet van tevoren geboekt, maar onderweg. Onze altijd goed voorbereide Fin
Kristian had een bestandje gemaakt met de meest aanbevolen hostels per plaats
en die belden we dan iedere keer in de auto of ze plaats hadden die nacht.
Prima systeem al zeg ik het zelf. In het hostel in Derry kwamen we per puur
toeval twee Canadezen tegen waar we de vorige nacht in Belfast een kamer mee
deelden. Wel grappig dat je soms onbewust precies dezelfde route doet als
anderen doen.
DAY 3: DERRY
Natuurlijk kennen we Belfast als een plaats met veel geschiedenis, maar
laten we de Noord-Ierse stad Derry niet vergeten. Overigens is de strijd tussen
de protestanten en de katholieken nog steeds gaande. Zo waren er begin dit jaar
nog rellen in Belfast vanwege het besluit om de Britse vlag alleen nog op
feestdagen te hijsen op het stadhuis van Belfast. In Derry vond op 30 januari
1972 Bloody Sunday plaats. Hierbij werden veertien ongewapende jongens en
mannen neergeschoten door Britse soldaten na een vreedzame, maar door Britten
verboden demonstratie voor de burgerrechten.
Op vrijdagochtend maakten we een stadswandeling door Derry met een
gids. De gids was zelf zeven jaar oud toen Bloody Sunday plaatsvond. We liepen
naast alle zogenaamde murals (dit zijn schilderwerken op de muren van huizen in
Derry die de gebeurtenissen van 30 januari 1972 herdenken) terwijl onze gids
ons alles vertelde wat er nu precies gebeurde op deze dag. Tot slot bezocht ik
samen met Alex en Kristian het Bloody Sunday Museum, wat ons nog wat meer achtergrondinformatie
gaf bij de verhalen van onze gids. De verhalen die de gids vertelde en alles
wat ik zag in het museum deed me pijn en maakte me verdrietig. Hoe kon zoiets
gebeuren en hoe kunnen mensen elkaar zoiets ernstigs aandoen waren de vragen
die in mijn hoofd bleven hangen. Eigenlijk word ik er nog steeds verdrietig van
nu ik dit schrijf.
Toen Alex, ik en Kristian terugliepen van het museum naar de stad zagen
we dat vier mensen bezig waren met het restaureren van één van de
schilderwerken. We raakten aan de praat met een van de schilders. Hij vertelde
ons dat hij deze mural samen met de drie anderen twaalf jaar geleden ontwerpen
had en dat ze nu bezig waren met het restaureren van alle schilderwerken. Ik
vind het heel bijzonder dat we gesproken hebben met de man die deze
schilderwerken bedacht en gemaakt heeft.
Die dag stond nog een rit van zo’n 275 naar Galway op de planning dus
na een stadswandeling, lunch en een veel te korte chill in het zonnetje stapten
we rond 4’en in de auto en vervolgden we onze weg. Die avond kwamen we rond 10
uur aan in ons hostel in Galway. Helaas hadden we dit keer minder geluk. Dit
hostel was smerig en stonk naar vieze sokken die de hele dag op een verwarming
hadden liggen drogen. Bah. Als festivalliefhebber ben ik heel wat gewend. Ik
heb zelfs vrienden die op dixies slapen, maar dit sloeg voor mij echt alles. We
deelden de kamer met zo’n 16 anderen en oh, de stank. Als ik er aan terugdenk
moet ik bijna overgeven. Na onze spullen gedumpt te hebben vluchtten we maar
snel het hostel uit om een biertje te drinken in de stad. Toen we zo’n drie uur
later een beetje aangeschoten terugkwamen kon ik me in ieder geval niet meer
focussen op alle vieze mensen die naast me lagen.
DAY 4: INISHMORE
Gelukkig moesten we de volgende ochtend vroeg vertrekken, dus om acht
uur stond ik alweer naast mijn bedje. Toen ik mijn koffer aan het inpakken was
kwam er een niet al te fris ruikende jongen op slippers binnen die neerplofte
op het bovenste bed van het stapelbed waar ik die nacht in het onderste bed
geslapen had. Aan de ontbijttafel vertelde ik Kirstin opgelucht dat ik blij was
dat hij pas om acht uur s’ochtends kwam binnen kakken en niet de hele nacht
slechts 40 centimeter van mij verwijdert had zitten hijgen. Kirstin doodleuk: ‘oh,
dan is hij vast even naar de wc geweest, want hij lag gewoon de hele nacht
boven je hoor.’ Aha. Iew. Overigens nam dit hostel de woorden ‘breakfast
included’ ook niet zo nauw. De melk was twee dagen over de datum en er waren
niet eens bordjes om je bammetje op te smeren. Wat baalde ik dat ik 20 euro had
betaald voor deze crap. Snel weg hier, brrrrrr!
Gelukkig scheen het zonnetje en hadden we iets leuks in het
vooruitzicht, namelijk Inishmore! Wederom even het welbekende
Wikipedia-momentje. Inishmore maakt deel uit van de eilandengroep Aran Islands
in de baai van Galway. Het eiland is ongeveer 14 kilometer lang en 3 kilometer
breed en heeft 824 inwoners. Per dag gaan er twee ferry’s heen en twee ferry’s
terug van het eiland naar het vasteland. Er zijn slechts twee hostels op
Inishmore, dus toen we de eerste belden of ze plek hadden duimde ik dat het
beter zou zijn dan het hostel in Galway. Toen we op het eiland aankwamen bleek
dat gelukkig zo te zijn. Vriendelijk personeel, een mooie grote keuken en
woonkamer, een schone kamer en het beste van alles: een kamer voor alleen ons
vijven.
Het is niet toegestaan voor toeristen om je auto mee het eiland op te
nemen en omdat het lekker weer was besloten we fietsen te huren om het eiland
te verkennen. Ik had al meer dan twee maanden niet gefietst en stiekem miste ik
dat wel, dus als echte fietsliefhebbende Nederlander was ik hier erg content
mee. Bovendien was het weer fantastisch en was het heerlijk om het eiland rond
te cruisen. Er was een baai waar we zeehonden konden spotten wat heel bijzonder
was. Daarna fietsten we naar een fort waar je kon uitkijken op de Cliffs of
Moher. De heenweg naar het fort was heerlijk, want dat was voornamelijk bergafwaarts,
maar toen we weer terug naar het hostel wilden gaan startten de problemen. We
moesten namelijk een flinke berg passeren. Je kan begrijpen dat de niet bepaald
geringe alcohol- en tabakconsumptie van onze Duitse vriend Alex niet veel goeds
doet aan zijn conditie. Voor ons was de berg niet bepaald een eitje, maar Alex
ging letterlijk dood op zijn mountainbike. Gelukkig kwam hij weer tot leven
toen we weer naar beneden konden zoeven. Een koud biertje in het zonnetje op
het muurtje voor ons hostel maakte de dag helemaal compleet.
DAY 5: BACK TO DUBLIN
Wauw, heb ik ook een vakantie gehad waarbij ik geen enkele dag later
ben opgestaan dan 9.00? Ik weet het niet. Vandaag was er in ieder geval weer zo
eentje, want aangezien de ferry maar twee maal per dag naar het vaste land gaat
moesten we de ferry van 9.00 hebben. Vandaag stond in teken van de terugreis
naar Dublin. Dit was de enige dag dat het weer wat minder was en het zonnetje
niet scheen. Wat hebben we een geluk gehad met het weer tijdens onze trip. En
dat in Ierland! Onderweg naar Dublin bezochten we nog een authentieke
kathedraal en toen was het toch echt tijd om de fijne auto (waar ik toch wel
een beetje aan gehecht was geraakt na al die kilometers) in te leveren. Wat een
superfijne roadtrip was dit! Ik heb zo hard gelachen om alle inside jokes, ik
heb zoveel mooie dingen gezien en lekker kunnen genieten van het zonnetje. Deze
roadtrip krijgt van mij een dikke vette 9.
Helaas zit de Easter Break er alweer op en morgen is het tijd om terug
te keren naar de universiteit. Nu is er echt werk aan de winkel want de komende
weken heb ik een flink aantal deadlines. Gelukkig zijn er ook leuke dingen in
het vooruitzicht. Aanstaande woensdag treed de Noorse indiepopband Moddi op in
Whelan’s waar ik zeker even een kijkje ga nemen en over twee weekjes komen mijn
vier allerliefste Nijmeegse vriendinnetjes Dublin voor vijf dagen op z’n kop zetten.
Liefs en een hele dikke kus,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten